Piano, loslaten, Frankrijk.
Anna Enquist is het pseudonium van de Nederlandse Christa Widlund-Broer. Ze is psychoanalyste en een klassiek geschoolde pianiste. Beide passies komen naar voren in haar boeken. Zo het hoofdpersonage in Het geheim van een pianiste. Christa Broer debuteerde met de gedichtenbundel Soldatenliederen. Haar eerste roman schreef ze in 1994, Het meesterwerk.
In Het geheim gaat Bouw op zoek naar zijn ex-vrouw Wanda. Die was vroeger een gevierde pianiste maar moest omwille van reuma haar muzikale carrière stopzetten. Hij onderneemt een trip door Frankrijk waar Wanda, teruggetrokken in een klein dorpje, woont.
Het verhaal begint in medias res. Een piano zweeft door de lucht als een groot, zwart gevaarte. Wanda trekt in in haar huis in Frankrijk. Spijtig genoeg is dit het meest spannende dat er in het boek gebeurt, ondanks wat de titel doet vermoeden. Het hele boek worden er herinneringen opgehaald aan Wanda's kindertijd, haar studentenleven, haar huwelijk met Bouw, de tournees die ze ondernam en de confrontatie met haar sluipende ziekte. Het is als een reis door haar leven terwijl Bouw aan zijn reis door Frankrijk bezig is om haar terug te zien.
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van een meervoudig personele verteller. Het boek bestaat uit drie delen waarin drie verhaallijnen afwisselend van elkaar verteld worden. Enerzijds is er het verhaal van Wanda dat zich afspeelt in het heden, haar leven in Frankrijk. Anderzijds is er het verhaal van Bouw en de tocht die hij onderneemt door Frankrijk om tot bij Wanda te komen, eveneens in het heden. Doorheen deze twee kleinere verhaallijnen wordt het verleden van Wanda geweven, van bij haar geboorte tot het moment waarop ze haar muzikale carrière moet beëindigen. De drie externe autodiëgetische vertellers wisselen elkaar af. De lezer krijgt achtereenvolgens een subjectieve kijk op de gebeurtenissen vanuit de ogen van de jonge Wanda, de oudere Wanda en Bouw.
De piano, die ook op de cover staat afgebeeld, staat symbool voor alles waar Wanda aan vasthoudt. Haar hele leven staat in teken van haar piano en uiteindelijk ook het geheim. Ze kan enkel met haar broer communiceren via de piano. Ze vlucht in haar muziek wanneer ze haar ongeboren kind verliest en weg wil van Bouw. Ondanks het feit dat spelen haar letterlijk pijn doet, verkiest ze toch om een piano te hebben in haar nieuwe huis. Ze kan niet zonder, het is haar leven.
Zowel Wanda als Bouw zijn beiden, complexe personages die heel herkenbaar overkomen. Het onbehagen waarmee Wanda worstelt wanneer ze niet echt wil, maar toch settelt met Bouw, is heel tastbaar. Bouw probeert het haar zo veel als mogelijk naar haar zin te maken en merkt niet dat dat alleen maar verstikkend werkt. Hij is het personage dat in het verhaal de meeste ontwikkeling doormaakt. Tijdens zijn tocht door Frankrijk komt hij langzaam tot het besef dat hij Wanda niet meer nodig heeft. Hij arriveert bij haar huis, maar belt uiteindelijk niet aan. Hij luistert naar haar pianospel en kan daarvan genieten zoals hij van een herinning aan haar zou genieten. Maar hij heeft haar niet meer persoonlijk nodig om af te sluiten. Uiteindelijk draait hier het verhaal om: afsluiten. Bouw sluit zijn eerste huwelijk af en Wanda sluit het hoofdstuk muziek af.
De titel doet vermoeden dat de lezer een grootse onthulling te wachten staat ergens in het boek, maar dat valt tegen. Het geheim, de onthulling van wie de echte vader van Wanda is, wordt vermeld zonder dat daar een concrete aanleiding toe is. Het is niet wereldschokkend en er wordt verder in het boek niets mee gedaan. Het wordt onthuld in een flashback wat eveneens teleurstellend is. Het is ook niet van belang voor beide hoofdpersonages, enkel voor Wanda. Moest het boek een andere titel hebben gekregen, zou het geheim niet eens zijn opgevallen. De titel zorgt er wel voor dat de lezer nieuwsgierig is.
De taal die de schrijfster hanteert is niet van een uitzonderlijk niveau. Van een dichter verwacht ik een mooier taalgebruik. Wat ook opvalt tijdens het lezen van het boek is dat Wanda in het eerste deel verwijst naar haar mama en papa, terwijl ze vanaf het tweede deel verwijst naar Emma en Egbert. Dit zonder duidelijke aanleiding.
De titel heeft ervoor gezorgd dat ik ben blijven lezen en nieuwsgierig bleef naar het einde van het verhaal maar het boek heeft me in die mate teleurgesteld dat het geheim niet zo belangrijk en groots was als gehoopt. Het heeft geen inpakt op het verhaal. De schrijftaal is niet meeslepend of opwindend. Het boek heeft in mij niets losgemaakt. Ik zal ook niet geneigd zijn het aan iemand aan te raden. Het fragment (inclusief de taalfouten) uit het boek dat ik hieronder deel is het eerste hoofdstuk uit het boek en is helaas geen weerspiegeling van de rest van het verhaal.
De vlegel hing in de lucht en tekende zich als een geblakerde karbonade af tegen de besneeuwde bergtoppen. Tussen het zwartgelakte hout en de kabels die het instrument omklemden, was een grijze deken geschoven. De gele hijskraan torende als een eenarmige, stijve reus bovan het huis uit en begon langzaam zijn last neer te laten. Vlak boven het balkon bleef de piano zweven en bewoog zachtjes heen en weer. De kabels kraakten licht, het elektrische hefwerktuig zoemde en de zon brandde.
Beneden, in de schaduw van de huizen, vulde het onderstel van de kraan de volle breedte van de hellende straat. Een vierkante dwarsbalk was tegen de achterwielen geschoven.
Toen de piano helemaal stil hing begonnen de mensen weer te praten, kinderen en honden renden rond, stevige vrouwen zetten hun manden met groente neer en legden het hoofd in de nek.
De verhuizers waren met z'n drieën. Eén bediende de hijskraan, de andere twee gingen het huis binnen met de zware poten van de vleugel onder hun armen.
De poort van het huis bleef openstaan. Een wieltje schampte tegen het ongeverfde eikenhout van de deur. Toen een van de mannen terugkwam om de slede te halen was de stoep volgelopen met kinderen.
Toen vlogen de balkondeuren open en stond de tweede man ineens tussen de blauwe bloemen. Hij keek uit over leistenen daken, overglooide weiden, over terrassen, afgezet met grijze steen; hij zag hier en daar een magere koe, hij zag op de bodem van het dal de smalle zilverstreep van de rivier.
'Ik ga zakken,' riep de bediener van de hijskraan.
Ook de man met de slede kwam het balkon op; met gespreide armen stonden beide mannen te wachten, ze reikten in de hoogte om vat op de vleugel te kunnen krijgen en lieten hem langzaam op de slede neerkomen.
De kraan trok zijn arm met de kabel en de zware haak weer op, de piano als de onhandelbare last op het balkon achterlatend.
Van binnenuit duwde iemand de balkondeuren nog wijder open. Witte gordijnen fladderden naar buiten in de tocht. De mannen in hun korenblauwe jassen kromden zich aan weerszijden van het instrument en duwden het naar binnen over twee parallelle planken.
Beneden juichten de kinderen. De deuren gingen open.
Enquist, A. (1997). Het geheim. Saint Andreu de la Barca: Novoprint pg 7-8