Wanneer Dolores vijf jaar is, beseft ze dat ze anders is. Ze ziet haar broers en zussen rondom haar opgroeien terwijl zij klein blijft. Met haar moeder, broers en zussen heeft ze een goede band maar haar vader is haar liever kwijt dan rijk. Hij verkoopt haar als nar aan de Spaanse koning Ferdinand. Die ziet in haar prima gezelschap voor zijn dochter Johanna. Aan het hof krijgt Dolores de kans om te leren. Ze ontstaat een ware vriendschap met prinses Johanna en de kamermeisjes. Maar niet alles is rozengeur en maneschijn. Het vele reizen valt haar zwaar en ook het gemis van haar familie speelt haar parten. Dan wordt Johanna uitgehuwelijkt aan prins Filips van Vlaanderen.
In Dolores beschrijft Noëlla Elpers met heel veel aandacht voor details het jonge leven van Dolores. Het is het verhaal van een meisje dat geboren wordt zonder kansen, maar toch een hele emotionele weg weet af te leggen. Vanaf het eerste hoofdstuk wordt de lezer op sleeptouw genomen doorheen het verhaal. Het verhaal begint met een flashforward waardoor heel het boek lang de nieuwsgierigheid van de lezer is gewekt. Om het dramatisch effect nog te vergroten, neemt Dolores aan tijdens de flashforward zelf het woord. Daarna wordt het verhaal vanuit de derde persoon verteld, als een soort voorbijflitsen van het leven van Dolores. Het leven aan het hof wordt uitvoerig beschreven, de personage in het boek komen levensecht over en het verhaal is geloofwaardig.
Aan het eind van het verhaal, neemt Dolores weer het woord. Het verhaal gaat verder waar het in het eerste hoofdstuk stopte (cyclische opbouw). Nu is de lezer volledig op de hoogte van wat er zich heeft afgespeeld. Dat creëert een dramatisch en emotioneel effect. Hoewel de verhaallijn van de vriendschap tussen Johanna en Dolores veel meer is uitgediept, wordt het laatste woord toch aan het kamermeisje Meyrem gegeven. Op zich een vreemde keuze, maar verder doet dat geen afbreuk aan het verhaal. Het boek heeft terecht de Thea Beckmanprijs gewonnen. De gelijkenissen met de boeken van Thea Beckman zijn sprekend.
Dolores keek naar Johanna en voelde de ogen van de prinses op zich rusten.
Ze verwachten te veel van mij, dacht ze. Hoe moet ik in godsnaam dit sombere meisje opvrolijken?
Haar instinct zette haar aan tot één reactie: vluchten! Dolores draaide zich om en liep zo snel haar benen haar konden dragen naar de deur. De belletjes aan de driehoekige tippen van haar nieuwe narrenkleed rinkelden.
'Mijn verjaardagscadeau loopt weg!' zei Joanna.
Mevrouw Carmela probeerde de kleine nar te grijpen, maar Dolores kronkelde en wriemelde en was moeilijk te pakken, alsof ze met olijfolie was ingesmeerd. Een van de wachters bij de deur hield Dolores tegen. Hij pakte haar zonder pardon onder zijn arm en droeg haar terug naar de plek waar de twee tronen stonden. Hi bleef haar vasthouden.
'Moet ik haar weer neerzetten, sire?' vroeg hij aan koning Ferdinand.
'Houd haar nog even vast, de kans is groot dat ze weer de benen neemt, ' zei de stem van koning Ferdinand.
Hangend onder de arm van de wachter, keek Dolores de koning fel aan.
'Ik wil naar huis!'
'Zo spreek je niet tegen de koning,' zei koningin Isabella berispend.
Dolores begon te spartelen. Ze sloeg met haar vuist in de maag van de wachter.
'Laat mij los! Ik wil naar huis!'
'Wat een brutale dwerg,' zei koningin Isabella.
'Zo hoort het,' zei koning Ferdinand geamuseerd. 'Een nar moet geen respect tonen, niet voor de paus en niet voor de koning.'
'Weet je zeker dat je zo'n onbehoorlijk geschenk wilt, Johanna?' vroeg koningin Isabella.
Johanna keek haar moeder met ondoorgrondelijke ogen aan. De koningin wil deze nar niet in huis, dacht ze, dat is voor mij een reden om haar wel te willen.
Elpers, N. (2007) Dolores. Houten: Van Goor. pg 102-103